Verwacht - mei 1996, nr 167


Things to do in Denver when you're dead
Vier jaar na het succes van Reservoir dogs heeft de kreet 'Nouvelle Violence' alweer afgedaan en spreekt men in sommige kringen over 'Neo-Noir' of het al even discutabele 'Pulp-Noir'. Hoe men de hippe eigentijdse misdaadfilm ook omschrijft, feit is dat Quentin Tarantino's explosieve debuut het genre een stevige impuls heeft gegeven. Van Hollywood tot aan de onafhankelijke Amerikaanse filmwereld haasten producenten zich nieuwe exponenten van de stroming binnen te halen. De formule is inmiddels overbekend: men neme een jonge onbekende scenarioschrijver en dito regisseur, beiden goed vertrouwd met de filmgeschiedenis (de videotheek biedt hierbij uitkomst) en zet het duo aan een film over een groep criminelen die in opdracht van een meesterbrein een op bloederige wijze mislukkende klus uitvoeren.
Dat de formule nog aangename verrassingen kan bieden werd eerder bewezen met Bryan Singers The usual suspects en blijkt nu uit het al even geslaagde Things to do in Denver when you're dead. Dat het hier geen gemakkelijke imitatie van de Tarantino-truc betreft getuige de voorgeschiedenis van de film. De oorsprong van Scott Rosenbergs scenario stamt nog van voor Reservoir dogs en was door de scherpe dialogen en kleurrijke personages jarenlang erg in trek bij Hollywood-acteurs. Het gebrek aan belangstelling bij producenten kwam ongetwijfeld voort uit de extreem zieke humor en de naargeestige ondertoon. Grappen over poep, pies, pedofilie en handicaps in een film waarin de helden een wisse dood wacht, daar zaten Hollywood-studio's niet echt op te wachten. Gelukkig schrokken Bob en Harvey Weinstein van Tarantino-distributeur Miramax er niet voor terug de visie van Rosenberg en debuterend regisseur Gary Fleder onverdund op het doek te brengen. En de acteurs? Wij noemen u Andy Garcia, Christopher Walken, Steve Buscemi, Christopher Lloyd en een ongekend sterke Treat Williams als de lichtgeraakte bokser Critical Bill (aan goede namen geen gebrek) en u weet dat u goed zit.

Jimmy The Saint (Andy Garcia, midden) omringd door zijn engeltjes.


Baisers volés is het uit 1968 stammende derde deel uit de Antoine Doinel-cyclus van de Franse regisseur François Truffaut. Het door Jean-Pierre Léaud vertolkte alter ego van de in 1984 overleden cineast stond eerder als kind centraal in Truffauts autobiografische debuutfilm Les quatre cents coups en figureerde vervolgens in diens bijdrage aan de episodenfilm L'amour á vingt ans. In zijn derde optreden wordt Antoine uit het leger gegooid en door zijn vriendin op straat gezet, maar hij krijgt gelukkig nog iets moois met de vrouw van zijn baas. Hoe het hem verder vergaat blijft voorlopig een raadsel, want de distributeur brengt de complete, vijf films omvattende Doinel-cyclus helaas niet in één keer uit. Dat vervloekte doekentekort blijft een probleem met vervelende bijwerkingen.

Baisers volés: Jean-Pierre Léaud zet zijn beste beentje voor.


The day the sun turned cold is een film geschreven, geproduceerd en geregisseerd door Yim Ho, eerder verantwoordelijk voor de biopic Red dust, over de Chinese schrijfster Eileen Chang. De nieuwe film van de uit Hong Kong afkomstige regisseur is eveneens uit het leven gegrepen en speelt zich af op het Chinese platteland. Yim reconstrueert de zoektocht van een jongeman naar de waarheid achter het overlijden van zijn vader. De jongen spreekt tien jaar na dato tegenover een politieman het vermoeden uit dat zijn vader door zijn moeder vergiftigd is. Samen gaan ze op zoek naar de precieze toedracht en getuige de titel wordt het leven van de jongen er niet beter op. Het blijft tobben, daar in de Volksrepubliek China.


Jeffrey woont in New York, is homoseksueel en heeft genoeg van safe sex. Hij kiest voor een celibatair bestaan, maar komt in de problemen als hij de man van zijn dromen aan de haak kan slaan. De ware Jakob is namelijk seropositief. Al doet het uitgangspunt van de debuutfilm van regisseur Christopher Ashley zware kost vermoeden, het betreft hier toch echt een komedie. In de theaters van het off-Broadway circuit rolde het publiek bij de oorspronkelijke toneelversie van schrijver Paul Rudnick al over de grond van het lachen, in de bioscoop zal het u niet anders vergaan. Al was het alleen maar omdat u in de flamboyant nichterige binnenhuis-architect Sterling, Jeffrey's trouwe steun en toeverlaat, niemand minder dan Patrick Stewart herkent. De captain van het ruimteschip Enterprise uit de tv-serie 'Star Trek: The Next Generation' maakt nog eens wat mee. Wubbo Ockels is er niks bij.

Jeffrey: Patrick Stewart draagt zijn alpino met stijl.


The birdcage is alweer een Amerikaanse herverfilming van een Franse kassakraker. In de jaren zeventig had Jean Poirets blijspel 'La cage aux folles' eerst succes in Parijse theaters om vervolgens onder regie van Edouard Molinaro een wereldwijde bioscoophit te worden. Speelden Ugo Tognazzi en Michel Serrault in de Franse filmversie de hoofdrollen, nu is het onder regie van Mike Nichols de beurt aan Robin Williams en rijzend komisch talent Nathan Lane, ook te zien in Jeffrey. Ze spelen een homo-stel dat zich voor moet doen als heteroseksuelen wanneer hun zoon zijn aanstaande schoonfamilie mee naar huis brengt. Het Amerikaanse publiek liep massaal warm voor deze kolder, dus met een beetje pech krijgt de remake net als de Franse voorganger nog een staartje.

The birdcage: Nathan Lane en Robin Williams verheugen zich op het homo-huwelijk.


Primal fear markeert het regiedebuut van Gregory Hoblit, die als producent furore maakte met tv-series als 'Hill Street Blues', 'L.A. Law' en 'NYPD Blue'. In de verfilming van William Diehls gelijknamige bestseller speelt Richard Gere een advocaat die het in de rechtszaal opneemt tegen zijn ex-student en ex-geliefde. Als openbaar aanklager hoopt zij een van moord op een bisschop verdachte koorknaap achter de tralies te krijgen. Onder het wakend oog van de media voltrekt zich een proces vol gekissebis en onverwachte wendingen. Zoiets als 'The People versus O.J. Simpson' dus, maar dan nep. Dat wordt smullen.


Diabolique is weer een Amerikaanse herverfilming van een Frans bioscoopsucces. Over artistieke bloedarmoede gesproken! Het oorspronkelijke, bijzonder angstaanjagende Les diaboliques uit 1955 van Henri-Georges Clouzot was de eerste 'film met een geheim' (denk aan The crying game of The usual suspects), dus als u die versie of de Amerikaanse tv-variant Reflections of murder uit 1974 al kent is de lol er bij voorbaat al af. Schooljuffen Sharon Stone en Isabelle Adjani vermoorden samen de door Chazz Palminteri vertolkte rector van een kostschool en sollen daarna langdurig met diens lijk. Nieuw is de feministische draai die regisseur Jeremiah Chechik aan het verhaal geeft en nieuw is ook de curieuze art-direction die een in de jaren vijftig gesitueerde kostuumfilm suggereert, terwijl mobiele telefoons en andere moderne ongemakken die illusie voortdurend verstoren. Waarmee de Amerikaanse tegenhanger van de Euro-pudding eindelijk een feit is.


The juror is na het vorig jaar verschenen Trial by jury al de tweede verfilming van de gelijknamige roman van George Dawes Green, die zich liet inspireren door een krantebericht over een bedreigd jurylid tijdens de rechtszaak tegen maffia-baas John Gotti. Demi Moore speelt een alleenstaande moeder en gemankeerd beeldend kunstenaar en is dus een gemakkelijke prooi voor maffiosi Alec Baldwin, die haar tot het uitspreken van het onschuldig moet dwingen. Regisseur Brian Gibson leverde eerder de lachwekkend campy biopic over Tina Turner af, het is dus nog maar de vraag of de belaagde alleenstaande moeder bij hem in goede handen is. Temeer daar de persmap een ontluikende romance tussen de vrouw en de zware jongen suggereert. Wij vermoeden een draak van formaat.

The juror: Demi Moore oogt helemaal niet onschuldig.


The cure markeert het regiedebuut van Peter Horton, die eerst als televisie- en toneelacteur werkte voor hij met een korte bijdrage aan de kolderfilm Amazon women on the moon achter de camera plaatsnam. In zijn eerste speelfilm draait alles om twee bevriende elfjarige jongens. De een is het schoffie van de buurt, de ander heeft aids en samen strijden ze tegen vooroordelen en een gebrek aan toekomstperspectief. Deze warme film (ze bestaan echt!) over moedige kinderen en de grote boze buitenwereld doet een stevig beroep op uw traanklieren en won vorig jaar de Cinekid Award.

The cure: Joseph Mazzello en Brad Renfro willen beter worden.


Ghost in the shell is een Japanse animatiefilm van regisseur Mamoru Oshii. Voor de duidelijkheid: het juiste woord is hier anime en niet manga, het eerste betekent tekenfilm, het tweede stripverhaal. Het is maar dat u het weet. In deze anime, zoals gebruikelijk gebaseerd op een manga, krijgt de Japanse geheime dienst het anno 2029 aan de stok met een beruchte computercrimineel. U kunt dus veel cybernetica verwachten. En ook veel mooie kleuren en figuurtjes met extreem grote ogen, maar dat wisten de manga-, pardon, anime-fans onder u natuurlijk al.


The scarlet letter is na The juror de tweede Demi Moore film die ons deze maand bereikt. En alweer zit Demi in de problemen. In deze verfilming van de gelijknamige klassieke novelle van Nathaniel Hawthorne speelt ze een vrouw die anno 1660 op zoek is naar een heet nummertje in een koude hooischuur. Predikant Gary Oldman hapt toe, Demi raakt zwanger en het leed is niet te overzien. Ook niet voor regisseur Roland Joffé, die eerder met The killing fields en The mission succes oogstte, maar met dit kostuumdrama aan de Amerikaanse bioscoopkassa behoorlijk onderuit ging. Demi laat zich in ieder geval niet van de wijs brengen door het floppen van haar laatste twee films: ze neemt binnenkort opnieuw opgewonden standjes aan in Striptease. De naam Elizabeth Berkley zegt haar helemaal niets, dat is duidelijk.

The scarlet letter: Gary Oldman en Demi Moore laten het hooi broeien.


Up close and personal is een bijzonder vrije interpretatie van het boek 'Golden girl' van Alanna Nash, waarin de opkomst en ondergang van nieuwslezeres Jessica Savitch beschreven word. Weg zijn de zelfmoord, het drank- en drugsgebruik en het destructieve gedrag van de hoofdpersonages. Regisseur Jon Avnet wilde gewoon een gezellige romantische film maken en huurde Michelle Pfeiffer en Robert Redford in. Michelle speelt een ambitieuze meid die het van serveerster tot de Amerikaanse Pia Dijkstra schopt, Robert is de Joop van Zijl die haar daarbij op weg en in bed helpt. La Pfeiffer en Der Redford samen in bed? De Gooise matras verliest terstond al haar glans.

Up close and personal: Michelle Pfeiffer en Robert Redford als Pia en Joop.


Hellraiser: bloodline is een film van Alan Smithee en dat belooft weinig goeds. De naam wordt sinds 1967 gebruikt wanneer een regisseur weigert de verantwoordelijkheid te dragen, meestal na extreme bemoeienis van de producent. Wij kunnen u uit zeer betrouwbare bron melden dat dit vierde deel uit de Hellraiser horrorserie werd geregisseerd door Kevin Yagher, eerder als grimespecialist verbonden aan een groot aantal horrorfilms, waaronder de Nightmare on Elm Street reeks. Dat zijn regiedebuut een nachtmerrie werd is te danken aan de bobo's van Dimension Films, de horrortak van de Amerikaanse arthouse-distributeur Miramax. Zij versneden Yaghers versie met wat nieuwe scènes en het eindresultaat, waarin de bespijkerde demonen van geestelijke vader Clive Barker in heden, verleden en toekomst opduiken, kon zelfs de fans op het 13e Festival van de Fantastische Film nauwelijks boeien. Dat komt er nou van.

Hellraiser: bloodline: Doug Bradley laat zich als Pinhead niet kisten.

Bart van der Put

Naar boven