December 2001, nr 228
Willem van de Sande Bakhuyzen
Iedere trilling laten zien
Met de bekroonde tragikomedie Familie maakt Willem van de Sande Bakhuyzen (Oud geld, Pleidooi en Bij ons in de Jordaan) na twee decennia regisseren eindelijk zijn speelfilmdebuut. De film laat zich zowel thematisch als filmisch omschrijven als een Nederlands antwoord op Thomas Vinterbergs Dogma-film Festen. "'Familie' is zo erg als het leven zelf."
Willem van de Sande Bakhuyzen (foto: André Bakker).
Of het nu gaat om Victor van Gilze in 'Pleidooi', Kiet Bussink in 'Oud geld' of Nico Tegenkamp in Familie: vrijwel alle hoofdpersonages in producties van Willem van de Sande Bakhuyzen lijden onder flink verstoorde familierelaties. Geen menselijke emotie is de karakters vreemd, waardoor de irritaties en conflicten dikwijls hoger oplopen dan in de gemiddelde televisieserie of film.
"Mensen fascineren me", valt de regisseur met de deur in huis. "Die ongelooflijke gelaagdheid! Mensen zijn ingewikkelde, complexe, hartverscheurende, mooie wezens. Mensen zijn het leven en ik vind het fantastisch om dat aan anderen te laten zien." In elk karakter dat zich in zijn films of stukken aandient, probeert Van de Sande Bakhuyzen ook iets van zichzelf te verwerken. "Net als de acteurs zoek ook ik altijd naar parallellen in mijn eigen leven: de gelaagdheid, de twijfel, de strijd met het bestaan."
Het grote besef van die gelaagdheid overviel hem toen hij twintig jaar terug worstelde met het overlijden van zijn vader. "Op zo'n moment is alles wat je denkt waar", herinnert hij zich. "Ik liep rond in een film, bevond me in een hele andere realiteit: ik was opeens een jongen zonder vader." Maar tegenover de grote rouw ontwikkelde zich ook een idioot soort opportunisme. "Ik had in die tijd financiële problemen die onoverbrugbaar leken en dacht vrijwel meteen: 'nu krijg ik een erfenis en zijn mijn bankschulden voorbij'. Ik ervoer dat gevoel met verbazing, ontdekte toen dat zulke ambivalente emoties ontzettend menselijk zijn. Niets is fout op zo'n moment; alles is zoals jij vindt dat het is."
Ook zijn film Familie, winnaar van een Gouden Kalf en de KNF-persprijs, handelt om een (aankomend) sterfgeval: de chemokuur van moeder Els Tegenkamp (Petra Laseur) is afgerond en ze heeft nog maar korte tijd te leven. Vader Jan (Bram van der Vlugt) gunt haar nog één gezellige vakantie met alle familieleden en boekt voor een week een chalet in de Oostenrijkse bergen. De vakantie ontaardt echter in een psychologische hel wanneer in het afgelegen hutje alle opgekropte irritaties van de afgelopen veertig jaar meedogenloos de kop opsteken.
'Het moet zowel inhoudelijk als visueel geen Oud geld II worden', luidde één van de uitgangspunten van de regisseur en scenariste Maria Goos (met wie Van de Sande Bakhuyzen ook de succesvolle AVRO-serie ontwikkelde). "Inhoudelijk gaat Familie verder dan de perikelen van de familie Bussink. De Bussinks blijken als alle problemen zijn opgelost toch een hechte, gezellige clan, Familie is zo erg als het leven zelf."
Echte berg
Familie baseert zich op het gelijknamige toneelstuk van Het Toneel Speelt dat vorig seizoen met veel succes langs de grote zalen trok. Voor de verfilming van het verhaal keerden scenariste Goos, regisseur Van de Sande Bakhuyzen en vier van de zes oorspronkelijke acteurs (Peter Blok en Betty Schuurman moesten wegens andere werkverplichtingen worden vervangen door Mark Rietman en Anneke Blok) terug naar af. "Toneel is volgens mij niet verfilmbaar. Het is ook niet te harden wanneer je botweg een camera op het podium richt om een stuk te registreren. Toneel gebruikt een totaal andere taal dan film."
De personages in het toneelstuk waren ontzettend gestileerd en gechargeerd. "Ik kon ze geen moment serieus nemen: de voorstelling werkte in de grote zalen juist omdat de personen zo grotesk opgezet waren. Het was alsof we met een grote, grove kwast met hele felle kleuren allemaal verf lekker ongenuanceerd op een witte achtergrond hadden gekwakt."
"Maria Goos heeft een nieuw filmscript geschreven, ik heb het hele verhaal opnieuw onder de loep genomen, de acteurs hebben hun rollen opnieuw ingevuld. In een film kan je de mensen met al hun hoop en twijfel en alles wat verder nog in hen zit volledig in beeld brengen. Ieder detail, iedere trilling, je kan ze vanaf de eerste minuut in hun totale rijkdom als mens laten zien - en dat kan niet beschadigd worden doordat een kijker vanaf het eerste balkon alleen maar een poppetje ziet."
Het voordeel van film is ook dat acteurs zich kunnen concentreren op een eenmalige topprestatie. "Wanneer een speler tijdens een repetitie voor een toneelstuk een emotie op een briljante, intense manier gestalte geeft, mag je niet de illusie hebben dat hij of zij dat op het toneel avond aan avond op die manier kan laten zien. Dat gaat niet, dat kan maar één keer, zo'n emotie raakt uitgesleten." In het theater moet er dus een bepaalde vorm gevonden worden om die emotie 180 keer geloofwaardig te laten zijn; bijvoorbeeld het vervangen van realisme door groteske karakters. "Als het eenmaal op film staat, hoeft het nooit meer herhaald te worden; dan staat het erop, dan is het gedaan."
Als voorbeeld noemt Van de Sande Bakhuyzen een scène die hij vorige maand in Kroatië met acteur Ramsey Nasr voor de VARA-serie 'De enclave', over Srebrenica, draaide. "Ramsey speelt een Bosnische tolk die na tien jaar het lijk van zijn moeder vindt. In de zak van het lichaam vindt hij een sleutel, waarna hij naar het voormalig ouderlijk huis gaat; de sleutel past. Hij loopt het huis in, hij loopt eruit, volledig gebroken, en eindigt voor de deur, op de grond, terwijl hij zich in de aarde vast klauwt en schreeuwt en huilt om z'n moeder. Ontzettend indrukwekkend, maar in het theater zouden mensen steriel kunnen gaan observeren hoe knap hij wel niet een rouwende man speelt: 'chapeau hoor, die emotie!' Dat is gruwelijk, ook voor zo'n acteur - daar moet je jezelf tegen wapenen."
Ook de werkomstandigheden voor Familie: de film waren fundamenteel anders dan die voor Familie: het toneelstuk. "We hadden in een studio kunnen filmen, maar hebben unaniem gekozen voor honderd procent realisme: een echt chalet in echte sneeuw op een echte berg." De productie was volgens hem "gezegend" met een uitgangspunt van weinig geld (1,8 miljoen gulden) en weinig draaidagen (negentien). "Als er eventueel iemand zou hebben geroepen 'we moeten juist heel glossy en chique draaien', had ik altijd een ultiem tegenargument gehad: een beperkt budget. Als ik Familie chiquer had gefilmd, met een dolly, grote lampen en allemaal crane-bewegingen, was het toch te snel Oud Geld II: de Bussinks in Tirol geworden."
Kleedkamerdeur
Hoewel de Dogma-principes de makers niet direct hebben geïnspireerd, vertoonde de werkwijze van de Familie-crew wel grote overeenkomsten met die van het Deense filmmanifest. "De camera kijkt voortdurend alle kanten op; er is slechts in twee shots met statief gedraaid, de rest van de tijd is er losjes vanaf de schouder en uit de hand gefilmd. Er is ook nauwelijks licht gebruikt; vaak werd er alleen belicht met de in de ruimte aanwezige lampen. De lichtman liep slechts rond met een vest met peertjes en verwisselde afhankelijk van de scène een paar lampjes om de lichtintensiteit aan te passen."
Artistiek gezien versterkte deze wijze van filmen de claustrofobische sfeer die de karakters zelf ook continu ervaren. "We wilden een vervreemdende, Transsylvanië-achtige ambiance oproepen. Het chalet staat in de middle of nowhere. Alle dingen en mensen die de hoofdpersonages tegenkomen stralen een gevoel van inteelt uit: je weet niet precies waar je met ze aan toe bent. De kijker moet zich even ongemakkelijk, ontheemd en uit het lood geslagen voelen als de karakters."
Voor de camera staat de film Amazones op stapel, over vier vrouwelijk bankovervallers in Breda Noord. En in het theater gaat hij het komende jaar voor Orkater werken aan 'The Monkeys', voor Het Toneel Speelt aan Maria Goos' nieuwe stuk 'Mannen' en met toneelgezelschap De Ploeg aan een theaterbewerking van Thomas Vinterbergs Festen.
"Er is gesuggereerd om de moederrol of de rol van de neger in het stuk weg te laten", verklapt Van de Sande. "Ik vroeg Peter Heerschop (cabaretier en vertaler van het script, red.): 'wie gaat die neger spelen?', waarop hij antwoordde: 'waarom wil je er zo graag een neger bij hebben? Dan moet je toch de kleedkamerdeur weer elke keer op slot doen!' Zo'n wrange dialoog zou best in onze versie van Festen passen. Het publiek moet ook niet gaan vergelijken met de film; wij hebben genoeg in de mars om er onze eigen unieke productie van te maken."
Robbert Blokland