Januari 2009, nr 306
vampyr (Eureka/Masters of Cinema)
'vampyr is spannend op een andere manier. Zo is er een ademloos lange take waarin alleen maar schaduwen te zien zijn, van een eenbenige man, een grafdelver die achterstevoren graaft en dansende paartjes. vampyr is film in de puurste vorm.' Mariska Graveland
a man escaped (Artificial Eye)
'Waarom Fontaines poging lukt, maar die van een medegevangene eindigt in executie? Alleen God weet het antwoord. Misschien weet Hij ook waarom de film nog steeds zo'n diepe indruk maakt.' Jos van der Burg
mishima: a life in four chapters/patriottism (Criterion)
'Vijf jaar voor Mishima zijn leven beëindigde met een theatrale zelfmoord had hij die al verfilmd, met zichzelf in de hoofdrol. Patriotism ís Mishima. Deze serene, elegante registratie van een seppuku is in alles het tegenbeeld van Schraders extravagante muziek- en kleurexplosie.' Rik Herder
l'enfance nue (Eureka/Masters of Cinema)
Speelfilmdebuut van de toen 44-jarige Maurice Pialat werd geproduceerd door François Truffaut, en gaat net als diens eigen debuut les 400 coups over de jeugd. Eerste in een reeks Pialat-uitgaves van distributeur Eureka.
silent ozu (Criterion/Eclipse)
Deel tien uit Criterions serie kale releases brengt de zwijgende films tokyo chorus, i was born but... en passing fancy samen, drie familiekomedies - het genre waar regisseur Yasujro Ozu ook na de invoer van geluid beroemd om zou blijven.
syndromes and a century (BFI)
'Weerasathekuls versie van Mozarts thema van magie en transformatie uit 'Die Zauberflöte'. Na afloop van het kijken heb je het gevoel dat je in een lichtgroen bad van verse lentebladeren hebt liggen dromen.' Dana Linssen
death of a cyclist (Criterion)
Het melodrama aan het oppervlak van Juan Antonio Bardems klassieker uit 1955 wordt doorbroken in de bijna schizofreen te noemen vorm, waardoor Bardem impliciet commentaar kan geven op het regime van Franco.
judex/nuits rouges (Eureka/Masters of Cinema)
Net als in les yeux sans visage, de bekendere film van regisseur Georges Franju, staan maskers centraal; dit zijn superheldenfilms, maar dan anders. Geen blockbustervermaak maar poëtische misdaadfilms met een suggestieve sfeer.
valerie and her week of wonders (Second Run)
'En distributeur Second Run gaat ondertussen lustig door. Wederom hebben ze ergens uit die adventkalender van ze een anachronistisch meesterwerk getrokken. Een Tsjechische vampierfilm die de hersenpan laat overkoken.' Mike Naafs
phase iv (Legend Films)
Saul Bass is beroemd om de begintitels die hij maakte voor de films van Hitchcock. De enige speelfilm die Bass regisseerde, phase iv, heeft in het geheel geen titelsequentie. Maar het spel met kleuren en vormen waar Bass zo bekend om staat, werkt simpelweg door de gehele film.
Joost Broeren
Deze lijst is samengesteld door Boudisque. Voor meer informatie ga naar www.boudisque.nl
Sam Fullers laatste grote film, white dog, over een herdershond die gehersenspoeld is om zwarte mensen aan te vallen, kwam in 1981 uit, een paar jaar na de revolutie in filmmarketing die was ingegeven door jaws (1975) en star wars (1977). In één klap was de 'high concept'-film, de zomerse kaskraker, een onuitwisbare werkelijkheid geworden. Het briljante cujo, ook zo'n conceptfilm over een moordende hond, zou een paar jaar na white dog een internationale hit worden. Fuller, die in de Tweede Wereldoorlog vocht en daarna meesterwerken maakte als pickup on south street (1953), shock corridor (1963) en the naked kiss (1964), toonde zich terdege bewust van de omwenteling die hem als kunstenaar in Hollywood fataal zou worden. In een prachtige scène in white dog gooit een oude dierentrainer, gespeeld door Burl Ives, darts naar een poster van R2D2, de robot uit star wars. "Dat', zegt Burl wijzend naar R2 op de muur, 'dát is het probleem."
Pulp
Gawie Keyser
white dog (Samuel Fuller, VS, 1981). Te koop op dvd (Criterion, import, regio 1).
Met een sardonische glimlach moet François Ozon ooit Jacques Derays la piscine hebben bekeken en besloten hebben dat met dat zwembad een veel venijniger en complexer spel gespeeld kan worden. Dat bracht hem in 2003 tot het onvolprezen swimming pool. Wat een fantastisch gegoochel met realiteit, psychologie en fictie was dat. Nog een keer kijken voor wie het niet meer weet en zeker kijken voor wie hem nooit heeft gezien.
Duik
Ronald Rovers
la piscine (Jacques Deray, Frankrijk, 1969). Te koop op dvd (Video/Film Express). Deze uitgave bevat zowel de originele Franse versie als een Engelstalige versie die helemaal opnieuw werd gefilmd maar waarbij de acteurs Engels spraken.
Je hebt van die acteurs die zich meteen in je geheugen nestelen. Sommigen vanwege hun spelkunst, anderen door hun charisma, weer anderen wegens hun indrukwekkende fysiek. In die laatste categorie werd ras-New Yorker Joe Spinell (1936-1989) meestal ingedeeld. Hij stond achterin de rij toen de fraaie smoelwerken werden uitgedeeld, en was met zijn pokdalige gezicht, forse snor en dreigende blik zeer geschikt voor rollen als de schurk van dienst. Zoals huurmoordenaar Willi Cicci in the godfather en the godfather ii, waarmee hij doorbrak. Toch had Spinell (echte naam: Joseph J. Spagnuolo) meer noten op zijn zang. We zagen hem weer opduiken in taxi driver (waarin hij Robert De Niro aanneemt wegens hun gedeelde Vietnamverleden), rocky (Stallone was niet vergeten dat Spinell hem als beginnend acteur onder zijn vleugels had genomen), sorcerer en big wednesday, waarin hij elke keer zijn visitekaartje afgaf als een markante karakteracteur.
Die obsessie met lichaamsdelen neemt verontrustende vormen aan in maniac (ook uit 1980), een beruchte maar succesvolle slasherfilm van William Lustig. Die doet zijn Duitse achternaam geen eer aan: hij laat Spinell als de door een moedercomplex zwaar gefrustreerde 'Frank Zito' een bloedig spoor door nachtelijk New York trekken. Hij scalpeert zijn vrouwelijke slachtoffers en versiert de poppen in zijn groezelige appartementje met de meegebrachte kapsels. U begrijpt, maniac is een onfrisse film, maar door het acteerwerk van Spinell, die volledig 'in character' blijft, ook een zeer effectieve. Al dient zich er een moment van onbedoelde hilariteit aan wanneer de spuuglelijke Spinell erin slaagt de ravissante modefotografe Caroline Munro (the spy who loved me) aan de haak te slaan en mee te nemen voor een romantisch dinertje in een peperduur restaurant.
Mike Lebbing
cruising (Warner Brothers) en maniac (verschillende labels) zijn uitgebracht op dvd, regio 2, beide met een grote hoeveelheid extra's.
White dog
De tomeloze wreedheid van de mens
white dog, de zwanenzang van Samuel Fuller in Hollywood, is een wonderlijk pulpachtige, sociale satire over rassenhaat en onmenselijkheid, gemaakt in een tijd waarin het idee van film als een merk werd geboren.
Voor Fuller was geen plaats meer in het nieuwe Hollywood, speeltuin van mensen als producent Don Simpson en Michael Eisner, hoofd van Paramount. Juist Eisner exclameerde na het lezen van het script van white dog: 'Dit is 'Jaws on paws'!' Fuller moet gegruwd hebben. Maar de dubbele ironie is dat ook zijn eigen werk doorgaans doortrokken was van exploitatie. Fuller, die op z'n zeventiende begon als misdaadjournalist in New York, schreef bijvoorbeeld mee aan Terence Youngs fascinerende the klansman (1974), over racisme en geweld in het Amerikaanse Zuiden (met Lee Marvin en Richard Burton in de meest bizarre rollen van hun leven).
Dat script is exemplarisch voor Fullers capaciteit om binnen de kaders en conventies van pulp op iets essentieels te wijzen, namelijk de tomeloze wreedheid van de mens. white dog begint als Julie Sawyer (Kristy McNichol), een jonge actrice in Hollywood, een hagelwitte Duitse herdershond aanrijdt. Ze verzorgt hem en neemt hem mee naar huis. Het sleutelmoment in de film is de scène waarin Julie slaapt. Een verkrachter dringt haar appartement binnen. De hond ligt op de bank in de woonkamer, waar een televisie keihard aanstaat, met op het scherm flikkerende beelden uit een zwart-wit oorlogsfilm. De man valt Julie vervolgens aan, maar de hond komt haar redden. Fuller snijdt tussen de hond die de verkrachter verscheurt en beelden van de oorlogsfilm. Het geluid van oorlog klinkt al harder. En daar gaat het Fuller om: white dog is een allegorie van de oneindige mogelijkheden van de mens om het kwaad in zichzelf de vrije loop te laten. Deze scène is even rauw en briljant als de opening van the naked kiss, waarin Constance Towers een man tot moes slaat, en dan haar kaal geschoren hoofd ontbloot.
In white dog brengt Julie de hond vervolgens naar de zwarte trainer Keys (Paul Winfield), die meteen door heeft dat het om een 'witte hond' gaat, een hond die geconditioneerd is om zwarte mensen aan te vallen. De rest van de film draait om de vraag of dat proces kan worden omgedraaid. Is er verlossing mogelijk in een wereld waarin haat en het geweldsinstinct zo diep liggen?
De release van white dog was een ramp. De burgerrechtenbeweging NAACP verklaarde het werk tot een racistische film, waarna Paramount het in de kluis stopte. Fuller was er klaar mee; hij vertrok naar Frankrijk waar hij de volgende dertien jaar in ballingschap woonde. Maar begin jaren negentig, een paar jaar voor zijn dood, werd white dog alsnog uitgebracht in Amerika, en jubelende recensies volgden, onder meer van J. Hoberman van 'The Village Voice', van wie er een uitstekend essay verschijnt in het boekje bij de nieuwe Criterion-dvd. Tevens op deze schijf: een documentaire over de ontstaansgeschiedenis van white dog waarin Curtis Hanson, vriend van Fuller en medescenarist van white dog, aan het woord komt. Criterion doet hiermee recht aan een cruciaal werk van een groot kunstenaar.
La piscine
Deinend, loom en dan hard uithalend
Afgemeten en elegant filmt Jacques Deray in la piscine het jaloerse spel met fatale afloop wanneer bij een Franse villa de ex van een van de geliefden verschijnt.
Jacques Deray bouwde zijn suspense in 1967 veel simpeler op rond het zwembad van een gehuurde villa in St. Tropez. Maar de Zuid-Franse zomerhitte creëerde hier een minstens even broeierige atmosfeer in een film die naast Antonioni's beroemde vierluik een van de eerste proeven van Europees minimalisme was.
Een man (Alain Delon) en een vrouw (Romy Schneider) doen in de film weinig anders dan rond het zwembad in de zon liggen. In stilte, want het is te warm om veel te praten. Af en toe wordt er gegeten en gevreeën. Maar dan verschijnt de ex van de vrouw met zijn bloedmooie dochter (Jane Birkin). In de dagen die volgen, groeit de spanning totdat die in een dronken nacht tot uitbarsting komt.
Schneider en Delon doen verlangen naar een vervlogen filmtijdperk. Ze laten je proeven van een romantische canon die nog geschreven moet worden. In ieder geval waren ze jong en zou je wensen dat je zo bij hen de tuin in kon lopen en een duik kon nemen. Misschien heeft dat iets te maken met het feit dat ze in werkelijkheid ook geliefden waren geweest. En misschien is het verbeelding, maar het lijkt alsof het gevecht op het scherm een voortzetting is van wat zich buiten het zicht van de camera afspeelde. Dat is een cliché - Elizabeth Taylor en Richard Burton hebben die weg al aangelegd, geasfalteerd en versleten - maar het zegt ook iets over Derays film.
Want de spanning tussen Delon en Schneider heeft de stilte en het tempo van een echte relatie. Wat zich tussen hen afspeelt, is verreweg het interessantst. Delon is de stoere, zwijgzame man en Schneider de bedachtzame, zachtaardige, maar ook scherpzinnige vrouw. Al blijkt dat laatste pas later in de film. Wat Delon wil, zowel met die relatie als met zijn vastgelopen schrijverscarrière, weet niemand. Net zoals onduidelijk blijft tot hoever Schneider zijn gedrag zal tolereren. Het creëert de onuitgesproken maar belangrijkste spanning van de film.
Het is jammer dat de voor het verhaal weliswaar cruciale tweede man verschijnt, maar dat is het gevolg van Derays voorliefde voor thrillers. Door een derde persoon te introduceren wordt het latente ongenoegen uitvergroot en moet de boel wel uit de hand lopen. Tegelijk introduceert de dochter van de ex weer wel een fijne spanning. De relatie tussen die ex en zijn dochter is zeker niet seksueel maar de manier waarop hij over haar praat doet af en toe wel in die richting denken. Het draagt bij aan de sfeer van verleiding en verboden en misschien explosieve situaties. Net als in Ozons film creëert het zonlicht op de glinsterende huid van de personages aan de rand van het zwembad een fantastisch sensuele atmosfeer.
Wat vooral opvalt is wat er door de sobere regie allemaal níet te zien is. Of Delon met de dochter vrijt, zien we niet. Of Schneider iets voor haar ex voelt, zien we niet. Zelfs haar gevoelens voor Delon na al het geweld komen we niet te weten. En vooral: er zitten geen naaktscènes in de film. Ondanks de hitte, het zwembad, de badkleding en het jaar 1967, waarin behoorlijk wat bikini's uitgingen in Europese films. Juist door die verborgenheid zou dit wel eens Derays beste film kunnen zijn.
Vergeten zilver
De schurk van dienst
Maar langzaam daalde hij af naar films waarvoor hij werd getypecast als een enge man. In William Friedkins homofobe seriemoordenaarthriller cruising (1980) speelt Spinell een corrupte smeris. Als je dit abjecte figuur een hand zou geven (als je dat al zou durven) zou je daarna meteen je vingers natellen. Al is Spinell meer geïnteresseerd in andere lichaamsdelen wanneer hij twee travestieten oppakt en hen hun boete in natura laat uitbetalen. In zijn dienstwagen, in een luguber steegje geparkeerd, dat laat zich verstaan.
Spinell bleef in de jaren tachtig een bezig baasje en wisselde B-films en televisiewerk af met serieuze films als Nic Roegs eureka. Toch bleef maniac kriebelen. Het jeukte zelfs zo erg, dat Spinell in 1989 een vervolg maakte met een tien minuten durende 'showreel', maniac 2: mr. robbie. Hierin speelt Spinell een als clown verklede presentator van een kinderprogramma die in zijn vrije tijd kinderlokkers op weinig zachtzinnige wijze ter verantwoording roept. In dezelfde periode liet de veroordeelde seriemoordenaar John Wayne Gacy (bijnaam: 'Killer Clown') weten dat hij graag een biopic van zichzelf zou zien met Spinell in de hoofdrol. Alsof dat al niet bizar genoeg was overleed de acteur datzelfde jaar onder schimmige omstandigheden (zelfmoord? overdosis drugs?). Een passend einde voor een man van wie altijd onduidelijk bleef of hij soms echt plezier beleefde aan de sinistere rollen die hij speelde. Misschien was Spinell gewoon een heel goede acteur.